Juridisch medewerker
Phoebe Schauten
Arbeidsrecht, verbintenissenrecht en intellectuele eigendom
De omzet van werkgever liep al enige tijd flink terug. Het personeelsbestand was teruggeschroefd van 39 naar 3 werknemers en er diende nog verder in kosten gesneden te worden om het bedrijf solvabel te houden.
Werkgever heeft toen aan werknemer voorgesteld om de maandelijkse toeslag aan kosten kinderopvang die werkgever tot dan toe betaalde, te schrappen, omdat werknemer die kosten al geruime tijd niet meer maakte.
Hier is werknemer niet mee akkoord gegaan.
Werkgever heeft aangegeven dat werknemer te duur en te gekwalificeerd was voor het in der loop der tijd afgeslankte bedrijf. Hierop heeft werknemer voorgesteld andere werkzaamheden naast haar vaste taken op te kunnen pakken. Dit is echter niet van de grond gekomen. Acquisitie voor wat betreft die werkzaamheden zou door werkgever worden verricht, maar is onvoldoende gebleken.
Ook middels andere voorstellen ter beperking van kosten en later voorstellen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst zijn partijen niet tot elkaar gekomen.
In november 2019 meldt werknemer zich ziek. Op advies van de bedrijfsarts is een mediationtraject opgestart.
Afgesproken was dat werkgever een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan werknemer zal doen.
Dit voorstel is niet gedaan.
In april 2020 vraagt werkgever zijn eigen faillissement aan.
In mei wordt dit faillissement uitgesproken en de curator zegt de arbeidsovereenkomst met werknemer op.
Werknemer is het echter helemaal niet mee eens met dat faillissement en het daardoor ten einde komen van de arbeidsovereenkomst en tekent verzet aan tegen die faillietverklaring.
Het faillissement wordt vernietigd en hiertegen wordt geen hoger beroep ingesteld. Tijdens die faillissementszitting is namelijk gebleken dat
Er kon dus niet worden vastgesteld of werkgever wel in de positie verkeerde te zijn opgehouden met betalen.
Er is dan een situatie ontstaan waarin werknemer haar arbeidsovereenkomst is opgezegd door de curator. Dit blijft in stand, ook met de vernietiging van het faillissement. De arbeidsovereenkomst blijft opgezegd, met in acht neming van een korte faillissement opzegperiode, zonder toekenning van enige vergoeding.
Werknemer berust in het ten einde komen van de arbeidsovereenkomst, maar kan zich niet verenigen met de manier waarop.
Werknemer start een procedure waarin om van alles wordt verzocht:
In een recente uitspraak straft de kantonrechter in Den Bosch werkgever flink af. Zo staat er onder meer in de beslissing:
“De kantonrechter acht het begrijpelijk dat bij werknemer mede gelet op het uiterst kritische verslag van de curator, de indruk post heeft gevat dat het faillissement is aangevraagd om op een goedkope manier van werknemer af te komen.”
En
“De kantonrechter acht voorts de wijze waarop het dienstverband door werkgever is afgewikkeld verwijtbaar. Dat is gepaard gegaan met een grote slordigheid en onzorgvuldigheid.”
Werkgever wordt veroordeeld om flinke bedragen aan werknemer te betalen. Indien werkgever langs het loket van het UWV was gegaan om aldaar een ontslagvergunning voor werknemer aan te vragen wegens bedrijfsorganisatorische redenen, was die rekening veel lager uitgevallen.
Wilt u gebruikmaken van onze parate kennis en ons met enige regelmaat bellen? Neem een abonnement op de Virtuele Juridische Afdeling. Mail direct even dan ontvangt u vrijblijvend de voorwaarden.
Meer weten? Bel of mail gerust:
T. +31(0)70-3819281
E. info@wisemen.nl
Voor de laatste ontwikkelingen schrijft u zich nu in voor de
Arbeidsrecht, verbintenissenrecht en intellectuele eigendom
Internationaal handelsrecht, Intellectuele Eigendom en IT-recht